Antibioticumgebruik is één van de belangrijkste redenen voor antibioticumresistentie. Dit houdt een gezondheidsrisico in voor zowel dieren als mensen.
Sinds januari 2012 werd het kenniscentrum Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals in België (AMCRA) operationeel en breed gedragen door de meeste stakeholders binnen de dierlijke sector. AMCRA sloot in 2016 een convenant met de federale overheid met als doel het antibioticagebruik bij dieren structureel aan te pakken. 2011 werd het referentiejaar en één van de doelstellingen was een halvering van het antibiotica-gebruik tegen 2020.
De gezamenlijk dierlijke sector heeft in de periode 2011-2019 reeds een vermindering gerealiseerd van meer dan 40%. In 2020 zal dus nog een grote inspanning geleverd moeten worden om een reductie van 50% te bekomen.
Sinds 2018 worden ook de resultaten per diergroep opgesplitst en zowel in 2018 als in 2019 werden respectievelijk reducties bekomen van -8,3% en -5.8% voor de varkens. De varkenssector heeft dus een belangrijk aandeel in de reductie.
In 2019 werden de doelstellingen voor het traject 2021-2024 vastgelegd. Daarbij werden de drie belangrijke doelstellingen opnieuw opgenomen met nieuwe reducties:
- Een daling van het totale gebruik van antibiotica voor alle diersoorten met 65% tegen 2024 (t.o.v. 2011)
- een daling van 75 procent voor de meest kritische antibiotica in datzelfde jaar
- 50 procent reductie van de met antibiotica gemedicineerde voeders tegen 2017
Belgian Pork Group, grootste slacht-en versnijdingsgroep in België neemt in deze problematiek ook zijn verantwoordelijkheid en onderneemt al jaren diverse maatregelen om een actieve rol te spelen in het behalen van de doelstellingen van AMCRA.
Eén van deze initiatieven is het BPG-AB project. Het doel is het antibioticumgebruik op varkensbedrijven actief te reduceren. Er is tevens een luik in het project voorzien om bedrijven, die reeds een laag antibioticumgebruik hebben, te coachen naar antibioticumvrije productie. Hiervoor wordt nauw samengewerkt tussen Belgian Pork Group en Universiteit Gent.
Dit project kadert zich in het Taste & Welfare kwaliteitslabel. Dit keurmerk is de concrete vertaling van een jarenlange inspanning van Belgian Pork Group op vlak van welzijn voor mens en dier, kwaliteit en duurzaamheid. Het kwaliteitslabel weerspiegelt zowel toekomstgerichte innovatie, als inspanning op vlak van dierenwelzijn die ondertussen meer dan twee decennia terug startten.
Een eerste BPG-AB project vond plaats van februari 2018-april 2019. Zestien Belgische gesloten varkensbedrijven, allen leverancier van BPG, hebben meegewerkt aan dit project. 7 bedrijven werden begeleid naar antibiotica vrije kweek, terwijl 9 andere bedrijven werden begeleid naar reductie van antibioticumgebruik. Elk bedrijf werd 3 keer bezocht:
- Een eerste keer om informatie over hun antibioticumgebruik te verzamelen en om hun bioveiligheidsstatus te bepalen aan de hand van de Biocheck.UGent vragenlijst.
- Bij een tweede bezoek werd specifiek advies gegeven afhankelijk van de bedrijfssituatie.
- Bij een derde bezoek werd een evaluatie gemaakt van de trend in het antibioticumgebruik.
Midden 2019 werden de resultaten bekend gemaakt van de eerste fase van het BPG-AB project. Zeven bedrijven die reeds laag zaten in antibioticumgebruik konden, mits voldaan aan de lastenboeken, antibioticumvrije varkens aanleveren aan het slachthuis.
Op vlak van bioveiligheid werd een mooie vooruitgang geboekt. In de externe bioveiligheid werd de grootste verbetering (15 %) gezien bij de categorie “afvoeren van dieren, mest en kadavers”. Bij de interne bioveiligheid werd de grootste evolutie gezien bij de categorie “ziektemanagement”. De positieve vooruitgang in deze categorie van 38 % kwam voornamelijk door het toepassen van een strenger euthanasiebeleid of het afzonderen van zieke dieren in een aparte ziekenboeg.
Zeven bedrijven, die al heel laag zaten in antibioticumgebruik, konden praktisch al hun vleesvarkens opkweken zonder gebruik van antibiotica (van geboorte tot slacht). Indien een big of vleesvarken toch behoefte heeft aan een behandeling met antibiotica werden ze uit de ‘antibiotica-vrije’ verkoop gehouden.
De resultaten van het tweede project, werden in oktober 2020 bekend gemaakt. De tweede groep bestond uit 12 deelnemende bedrijven: 4 bedrijven die begeleid werden naar antibiotica vrij produceren, en 8 bedrijven die begeleid werden bij het reduceren van het gebruik van antibiotica. Elk bedrijf werd opnieuw drie maal bezocht.
Op alle bedrijven werd voor minstens één diergroep een reductie in antibioticumgebruik gerealiseerd. Voor de vleesvarkens bekwamen we een reductie in antibioticumgebruik van 42%.
Er waren twee deelnemende bedrijven met diergezondheidsproblemen tijdens het project. Op deze bedrijven werd een behandeling met antibiotica geadviseerd door de bedrijfsdierenarts. Als deze bedrijven (deels) buiten beschouwing worden gelaten, wordt er een reductie gezien bij de zuigende biggen, gespeende biggen en vleesvarkens van respectievelijk 62 %, 22 % en 43 %. Bij de zeugen blijft er een stijging in het antibioticumgebruik van 37 %.
De resultaten tonen opnieuw aan dat een belangrijke reductie van het antibioticumgebruik kan gerealiseerd worden, op voorwaarde dat de veehouder gemotiveerd is om mee te werken, en als er geen belangrijke ziekte uitbraken voorkomen. Op bedrijven waar er wel belangrijke ziekteproblemen zijn geweest, kan een reductie gerealiseerd worden nadat de problematiek onder controle is gebracht. Verantwoord gebruik van antibiotica blijft zeer belangrijk.
Verschillende deelnemers van het project gebruikten producten ter preventie of ter behandeling van problemen, die anders met antibiotica zouden behandeld worden. Zo werd er op verschillende bedrijven Lianol Basdiar (Ardol) of BiCando®Gel (Agro Logic) ingezet in de kraamstal. In de biggenbatterij gaf Lianol 2Wean (Ardol) de eerste twee weken na spenen goede resultaten. Al deze producten werden preventief gebruikt tegen diarree en andere problemen. Maar ook ter behandeling van een probleem bestaan er alternatieve producten zonder antibiotica.
Tijdens het project werden verschillende adviezen rond bioveiligheid gegeven, en opgevolgd. Tijdens een tweede ronde van het BPG-AB project werden opnieuw mooie reducties in het antibioticumgebruik bekomen bij de zuigende biggen, gespeende biggen en de vleesvarkens. De resultaten tonen aan dat antibiotica belangrijk blijven om specifieke problemen op varkensbedrijven te tackelen, maar dat verantwoord gebruik noodzakelijk is. Voorkomen is echter beter dan genezen, en in dat opzicht spelen alternatieve producten en preventieve maatregelen waaronder bioveiligheid een belangrijke rol.
Via een enquête werd gepolst naar de mening van de veehouders over het project. Het merendeel was het er over eens dat het geheel van adviezen praktisch haalbaar was en dat deze adviezen geleid hebben tot een verminderd antibioticumgebruik. Ook hebben ze door het project meer inzicht gekregen in hun bedrijfsvoering en het antibioticumgebruik op hun bedrijf.
Belangrijk om te vermelden is ook dat de resistentie voor de multiresistente E. Coli terug afneemt. Met andere woorden: het terugdringen van het AB-gebruik leidt ook tot het terugdringen van de resistentie en dus het verminderen van het gezondheidsprobleem.
En laat het net dat zijn wat we met z’n allen proberen te beogen.